Kinderdichter Tynaarlo 2014
Babet Kleefstra
Als kinderdichter lijkt het mij het leukste om op te treden en daarmee misschien wel mensen blij te maken.
De gedichten van Babet
Het leven door mijn zonnebril
Het strand door mijn zonnebril is niet te druk
En is er geen afval in de zee, dus zwemt er zelfs een dolfijn in de Noordzee
De stad door mijn zonnebril is niet te druk
En wordt er niet geschreeuwd om dat mooie paar rode rozen
Het dorp door mijn zonnebril zijn de heggen mooi geknipt
En heeft niemand ruzie
De wereld door mijn zonnebril is mooi zonder armoede
En is er zelfs in Mexico City een jungle
Te gek voor woorden
Mijn woorden zijn op
Zomaar verdwenen
Het is te gek
Te gek voor woorden
Doe eens gewoon
Dan vind ik mijn woorden
Dan kan ik weer dichten
Zoals het hoort
Naar aanleiding van het thema ‘Waanzin’ van de 80e boekenweek heeft Babet het bovenstaande gedicht geschreven.
Muziek
Die woorden, die mooie woorden
Die mooie woorden op één ritme
Die noot, die mooie noot
Die mooie noot die in mijn linker oor vliegt
Die woorden op een ritme
Die woorden zijn noten die in mijn rechter oor vliegen
Samen zijn de geluiden in mijn oren muziek
Slaapkamer
Elke dag staan mijn hersenen klaar voor nieuwe dromen.
Maar ik zal nooit weten welke ik krijg.
Het zijn net enveloppen, zo wit als sneeuw,
Die door mijn hoofd vliegen.
En ’s avonds laat maak ik ze open voor nieuwe dromen
Voor deze nacht.
Later wil ik schrijver of dichter worden en misschien ook wel dokter of dolfijnentrainster.
Eerste gedicht
Ik ben er niet.
Verdwenen in de zee.
Verdwaald in de bossen.
Ik ben er wel,
Maar toch zien ze mij niet staan.
Voorlezen
Als ik voorlees dan lijkt het net alsof de voorden vanzelf komen
Als ik voorlees dan ik iets doorgeven
En dit gedicht lees ik je voor
Winnen
Winnen is een grote eer
En zeker voor Tynaarlo
Winnen is een grote eer
Met cadeautjes en een feest
Winnen is een grote eer
Met blijheid en veel tranen
Winnen is een grote eer
En zeker met gedichten
Verdriet
Een paar snuifjes zijn het niet
het is meteen een heel verdriet een verdriet
loodzwaar zo zwaar als een huis waarmee ik rondloop
dag en nacht op en neer en dat doet pijn,
pijn in mijn hoofd pijn in mijn buik pijn overal.
Krioel
In mijn hoofd krioelt het van herinneringen
Voor elke herinnering is er plaats
Ik at met mijn ouders een ijsje in Haren en smachtte naar zo’n mooie grote beker
maar ik kreeg hem nooit
Ik maakte mijn eerste gedicht over zee en strand
En was meteen verliefd
Er moet een plekje vrij
Want er komt een herinnering bij:
Ik heb geschaatst op straat in mijn ijzelvrije dagen!
In mijn hoofd krioelt het van herinneringen
Juffersblok
Ik hoor het zachte geruis door mijn gaten
Ik kijk omhoog en zie de zeemeeuwen
En de zeemeeuwen zien mij
Die zullen wel denken
dat zijn harde werkers
Ik en mijn collega’s staan dag en nacht klaar
om touwen bij elkaar te houden
voel hoe de touwen trekken en het zeil zich aanspant.
Ik voel het harde woeien door mijn gaten
Geschreven voor WinterWelVaart 2015