Kinderdichter Groningen 2018
Famke Gussenhoven
Even voorstellen...
Hoi, ik ben Famke. Ik ben de kinderdichter van Groningen. Ik zit op de Borgmanschool in groep 7 en ik ben 11 jaar. Ik hou van tekenen, schilderen en zingen. Ik hou heel veel van mijn familie en ik ben ook graag bij ze. Ik vind het vooral leuk om samen op reis te gaan en spelletjes met ze te spelen. Ik heb een heel lief tweelingbroertje Ingmar die ook meedeed met de finale om kinderdichter te worden. Het leukste aan dichten is dat ik al mijn gevoelens kwijt kan en dat ik mijn gevoelens kan opschrijven, dat vind ik fijn en leuk! Mijn vader en moeder zijn Roelof en Agneta.
De gedichten van Famke
Oma
Mijn oma heeft een ziekte
Een hele stomme ziekte
Die stomme dementie
Dan zit ze in haar stoel
Eindeloos te vertellen
Te vertellen over vroeger
En dan dwaalt ze langzaam af
Langzaam af van mij
Als Roodkapje die afdwaalt van het pad
En dan vraagt ze:
Waar ben ik?
Wie ben jij?
Groningen
Een oude man keek uit over zijn stad
Wat had ik hier een fijne jeugd
Wat was ik hier gelukkig
Met m’n vader en m’n moeder
Met m’n vrienden en familie
Samen feesten en genieten
Genieten van het leven
Toen ik nog jong was
Hij dacht aan het verleden toen hij heel klein was
Toen het oorlog was in het land
Hij kan zich de beelden nog goed voor de geest halen
Huizen werden afgeschoten
Hij hoorde de geweerschoten nog na galmen
Hij dacht aan de toekomst
Hij liet zijn ogen langzaam nog 1 keer over zijn stad gaan
Zijn stad Groningen
Waar hij gelukkig was geweest
Met een zachte warme glimlach sloot hij zijn ogen
Mogen mijn kinderen hier net zo gelukkig worden als ik was
Even stop
M’n benen trillen
Ik kan wel gillen
Ik heb het zo druk
Ik zit vast
Ik ga stuk
Ik moet nog zoveel doen
Spreekbeurt, toets
Alles door elkaar
Stop
Even rust
Niets meer
Morgen gaan we weer
Even rust
Even stil
Even zoals ik dat wil
Denken
Soms is het heel stil
Dan lig ik in bed
Probeer ik te slapen
Het lukt maar niet
Dan is het zo stil
Dan begin ik te denken
Heel lang na te denken
Dan is m’n hoofd net een woeste tornado
Die bij elk dorp weer zorgen met zich mee sleurt
Die bij elke simpele windvlaag
Weer kilometers verder gaat
Verder gaat naar het bos van het onbewustzijn
Waar hij alle piekerende bomen uit de grond trekt
En dan met een knip is de tornado weg
In dromenland verzonken
De redding
De zilte zeelucht wordt m’n longen in gepompt
Ik kijk hoopvol naar de lege badstoelen achter me
Is er dan niemand die ingrijpt?
Ik voel tientallen ogen branden in m’n rug
En de spanning tot diep in mijn aderen
M’n tenen in het zand graven zich dieper in
En m’n hoofd heeft te weinig tijd om na te denken
De strandwacht lijkt prompt verdwenen
De parasol strijkt een verkoelende schaduw over me heen
Maar misschien ook van twijfel?
Ik staar naar m’n zwarte slippers, met het losse bandje
Neem 1 grote teug adem
En ren de donkere zee in
Als ik het zoute water in ben
Voel ik m’n wondjes prikken
En m’n ogen branden
De adrenaline heeft alle plekken in m’n lichaam al bereikt
De golven proberen me terug te dringen
Als strijders in de eerste linie
De blauwe lucht is nog nooit zo blauw geweest
En ik ben nog nooit zo koud geweest
De bijtende kou van de zee is zo hevig
Maar toch, ik heb één doel voor ogen
Als wonderen nog niet de wereld uit zijn
Zou het me moeten lukken
Aangevallen
Ze staan in een cirkel om me heen
Dit is niet mijn domein
Ik probeer me terug te trekken
M’n ziel te verschuilen
Achter m’n schaduw
Maar ik ben door ze omringd
Ik probeer weg te stromen
Een kabbelend beekje te worden
Of te versmelten met de regen
De paniek breekt uit
Ik probeer me zo klein mogelijk te maken
Weg te rennen
Maar ik blijf verlamd staan
De regen drupt door en m’n kleren zijn doorweekt
De maan komt langzaam aan de nachtelijke hemel
Maar ik blijf een standbeeld
Bevroren in de regen
Ik probeer vuisten te maken
Iets te doen
Vuisten maken lukt maar zonder te vechten
Ik sluit m’n ogen probeer ergens moed uit te halen
Ik voel de tranen, ook al regent het zo hard
Ze rollen over m’n gloeiende wangen
En denk aan alles wat ik ooit lief had
Klaar voor het gevecht
Je hebt ruwe handen
Bent klaar voor het gevecht
Je moet overleven
Dat is ooit tegen je gezegd
Je bent al zo ver
Al je grenzen verlegd
En je hebt alvast voor de laatste keer dag gezegd
Je bent net een vogel hoog in de lucht
Die zich laat vallen met één zucht
De bij en de bloem
De hete zomerzon brandde over de velden
De bloemen waren moe van de oneindige hitte
Eén bloem riep om genade
Zij riep om water
Water zo koud als de Noordpool
Eén bij keek op
En hield abrupt stop
Hij wou graag iets doen
Dus hij danste voor de zon, de regen en de wolken
En de hemel werd opeens door wolken bedolven
De bloem was zo blij als een kind
Maar de bij had verdriet
De vrienden besloten een deal te sluiten
De bij mocht onder haar blaadjes schuilen
Nu staan ze quitte
Papieren boekjes
Mijn papieren boekjes
Zijn allemaal gescheurd
Schriftje voor schriftje
Het is gewoon gebeurd
Letters en tekeningen
Kriskras door elkaar
Sommigen vragen naar m’n schriftje
Maar het is toch niet zo raar?
Niet ronde randen
Scheuren in het verhaal
Maar die kleine imperfecties
Vind ik juist heel normaal
Meer of minder
Het maakt niet uit welke tijd het is
Nu of 75 jaar geleden
Nog steeds hoort niet iedereen erbij
Nog steeds wordt er gestreden
Waarom is de ene minder?
Waarom is de ander meer?
Waarom mag je zelf niet kiezen?
Eigen keuzes keer op keer
Laat me kiezen wie ik ben
En wie ik later worden wil
Vroeger was dat niet zo simpel
Daarom twee minuten stil
Iedereen kan zichzelf zijn
Ongeacht geslacht, geloof
Bij ieder zou dat moeten kunnen
Zonder dat hun lichtje dooft
Het maakt niet uit welke tijd het is
Nu of 75 jaar geleden
Nog steeds hoort niet iedereen erbij
Nog steeds wordt er gestreden
Geschreven voor de dodenherdenking 2019 in Groningen